zondag 13 september 2015

De prairie van Oregon



Vanmorgen om negen uur lieten we de stad achter ons en reden we richting de prairie. In no time waren we in niemandsland en waren de ooh's en aah's te horen. Het eerste stuk deed heel erg denken aan California en verderop waren we beland op de set van Little house on the prairie.



Halverwege wisselden we van stoel en zo hebben we allebei haarspeldbochten uit kunnen testen. Ons eerste doel was de Clarno Unit van John Day Fossil Beds National Monument. We maakten daar een fossielen-speurtocht. We zagen er diversen en voelden ons bijna alleen op de wereld. Dit is duidelijk niet een van de meest drukbezochte plekken van het monument. Aan het eind van de hike dropen we allebei van het zweet, dus we hebben in de schaduw even zitten uitpaffen (dat is uitpuffen met een peukie).


Het meest veraf gelegen deel besloten we over te slaan, aangezien we bang waren dat we het daarna zat zouden zijn en daardoor het mooiste deel, the Painted Hills Unit, zouden moeten overslaan. We zetten dus koers richting het ieniemienie dorpje Mitchell, dat er vlakbij ligt. We vonden daar een kleine diner en konden weer wat typisch Amerikaanse gerechten bestellen. We proefden Tater Tots en Patty Melt, oftewel aardappelkroketjes en tosti met hamburger. Errug lekker! Het zaakje werd gerund door drie oude gebakjes die het geweldig vonden om voor Dutch people te mogen koken. Voor het eerst voelden we ons okay bij het geven van een flinke tip. Dat doen we overigens wel steeds braaf, maar het voelt niet altijd zo goed als bij dit tentje.

Op de weg naar de Painted Hills zagen we de eerste geverfde heuvels al voorbij komen. We keken onze ogen uit. Wat een bijzonder landschap. Bij het officiele viewpoint hebben we een stuk gelopen en daarna zijn we nog naar de Painted Cove gereden. We konden daar tussen de hills lopen. Echt een uniek stuk natuur.  







Op de weg terug zagen we een slang op de weg, we waren er natuurlijk al voorbij gezoefd, dus tegen de tijd dat we terug gereden waren voor een foto, was de slang gevlogen. Geen idee wat voor een het was, hij was zilver en het was de eerste slang die we ooit in de vrije natuur zagen. De wildlife-count tikt stug door, want we zagen eerder al herten, eekhoorntjes en een konijntje. Wel allemaal levend trouwens; langs de kant van de weg liggen genoeg dooien, maar die tellen we niet.

Helaas hebben we de prairie alweer moeten verlaten. We zitten nu weer in een bosrijke omgeving (Hui Mao, voor de kenners), in een aftands motelletje. Intussen weten we wel dat we woestijnachtige gebieden toch wel ontzettend gaaf vinden. We verheugen ons dus al op het laatste stuk van de route.

Vergeet ik nog helemaal te vertellen dat we vanmorgen een geserveerd ontbijt kregen. We konden kiezen uit drie opties en wij namen cinnamon pancakes met worst en roerei en white toast met ham en roerei. De plak ham die San kreeg was enorm en mijn pancake ook. Maar het smaakte heerlijk en daar gaat het om.

 Morgenochtend hebben we hier een semi-continental breakfast. Benieuwd wat we ons daarbij voor moeten stellen...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten