Vanmorgen om negen uur lieten we de stad achter ons en
reden we richting de prairie. In no time waren we in niemandsland en waren de
ooh's en aah's te horen. Het eerste stuk deed heel erg denken aan California en
verderop waren we beland op de set van Little house on the prairie.
Halverwege wisselden we van stoel en zo hebben we allebei
haarspeldbochten uit kunnen testen. Ons eerste doel was de Clarno Unit van John
Day Fossil Beds National Monument. We maakten daar een fossielen-speurtocht. We
zagen er diversen en voelden ons bijna alleen op de wereld. Dit is duidelijk
niet een van de meest drukbezochte plekken van het monument. Aan het eind van
de hike dropen we allebei van het zweet, dus we hebben in de schaduw even
zitten uitpaffen (dat is uitpuffen met een peukie).
Het meest veraf gelegen deel besloten we over te slaan,
aangezien we bang waren dat we het daarna zat zouden zijn en daardoor het
mooiste deel, the Painted Hills Unit, zouden moeten overslaan. We zetten dus
koers richting het ieniemienie dorpje Mitchell, dat er vlakbij ligt. We vonden
daar een kleine diner en konden weer wat typisch Amerikaanse gerechten
bestellen. We proefden Tater Tots en Patty Melt, oftewel aardappelkroketjes en
tosti met hamburger. Errug lekker! Het zaakje werd gerund door drie oude
gebakjes die het geweldig vonden om voor Dutch people te mogen koken. Voor het
eerst voelden we ons okay bij het geven van een flinke tip. Dat doen we
overigens wel steeds braaf, maar het voelt niet altijd zo goed als bij dit
tentje.
Op de weg naar de Painted Hills zagen we de eerste
geverfde heuvels al voorbij komen. We keken onze ogen uit. Wat een bijzonder landschap.
Bij het officiele viewpoint hebben we een stuk gelopen en daarna zijn we nog
naar de Painted Cove gereden. We konden daar tussen de hills lopen. Echt een
uniek stuk natuur.
Op de weg terug zagen we een slang op de weg, we waren er
natuurlijk al voorbij gezoefd, dus tegen de tijd dat we terug gereden waren
voor een foto, was de slang gevlogen. Geen idee wat voor een het was, hij was
zilver en het was de eerste slang die we ooit in de vrije natuur zagen. De
wildlife-count tikt stug door, want we zagen eerder al herten, eekhoorntjes en
een konijntje. Wel allemaal levend trouwens; langs de kant van de weg liggen
genoeg dooien, maar die tellen we niet.
Helaas hebben we de prairie alweer moeten verlaten. We
zitten nu weer in een bosrijke omgeving (Hui Mao, voor de kenners), in een
aftands motelletje. Intussen weten we wel dat we woestijnachtige gebieden toch
wel ontzettend gaaf vinden. We verheugen ons dus al op het laatste stuk van de
route.
Vergeet ik nog helemaal te vertellen dat we vanmorgen een
geserveerd ontbijt kregen. We konden kiezen uit drie opties en wij namen cinnamon
pancakes met worst en roerei en white toast met ham en roerei. De plak ham die
San kreeg was enorm en mijn pancake ook. Maar het smaakte heerlijk en daar gaat
het om.
Morgenochtend hebben we hier een semi-continental breakfast. Benieuwd wat we ons daarbij voor moeten stellen...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten