Voor de ochtend van deze vrijdag hadden we de Alabama
Hills gepland staan. We rijden eerst naar het Visitor Center in Lone Pine. Daar
halen we een routekaartje en kijken we wat rond. Er staat een groot
waarschuwingsbord over Death Valley; er wordt vanwege de hitte afgeraden te
hiken daar. Voor ons reden te meer om nu een wandeling in de Alabama Hills te
maken. Hier is het ietsje minder warm, slechts 35°C...
In de Alabama Hills zijn veel films opgenomen. Wij kennen
ze geen van alle, dus alle filmgerelateerde plekken van de route slaan we over.
Mooiste punt voor ons is de Mobius Arch. We kunnen nergens vinden hoe lang deze
hike is, maar we gokken het er gewoon op en gaan op pad. Al heel snel hebben we
uitzicht op een hartvormige hole-in-the-rock. Dit zal de arch toch niet zijn?
We lopen stug door, rots op, rots af en steeds een ander uitzicht. En dan
opeens zien we de Mobius Arch. Wij blij, want de rotsen eromheen geven een
stukje broodnodige schaduw. We komen even bij en drinken wat water en beginnen
dan aan de rest van de loop. Het laatste stuk is rotsenloos en nog behoorlijk
stijl. Met de volle zon op ons bolletje is dat best wel heavy.
Wat is het dan lekker om airco in de auto te hebben!
Binnen vijf minuten zijn we weer op temperatuur en rijden we naar het volgende
doel: Death Valley. Het is onbegonnen werk om te proberen dit park te
beschrijven. Het is ontzagwekkend groot, schandalig heet en onverklaarbaar
eenzaam.
We hebben voor de eerste middag een paar bezienswaardigheden gepland
staan, maar omdat het wandelen stellig wordt afgeraden, komen we niet verder
dan de viewpoints en de parking. Bij een souvenir-winkeltje vind ik eindelijk
een hoed die ik pas én die ik mooi vind. Hij is schrikbarend duur, maar San
praat net zo lang op me in totdat ik hem ga afrekenen. Afzien hoor, zo'n lieve
man...
Vrij vroeg in de middag komen we aan bij de Furnace Creek
Ranch. Ook dit hotelbezoek valt in een weekend en we hebben hier echt de
hoofdprijs voor betaald. We hadden daardoor toch best een hoge verwachting.
Waarschijnlijk dat het daardoor behoorlijk tegen viel. Onze kamer lag in een
gebouw helemaal achteraan op het terrein. Een 'ouwe treipe troep' was het.
Zowel van buiten als van binnen. Onder de douche moest je springen om een
druppel te kunnen vangen. Het zal ongetwijfeld ook aan de warmte hebben
gelegen, maar wij waren op zijn zachtst gezegd niet blij. Er was geen magnetron
en aangezien we het intussen vertikten om deze onderneming nog meer geld toe te
stoppen, besloten we als avondeten maar een flinke borrel en een zak chips weg
te werken. Daarna vroeg naar bed, zodat we zo vroeg mogelijk weer weg zouden
kunnen. Helaas waren onze medehotelgasten iets langer wakker en we lagen nog
zeker een uur naar slaande deuren te luisteren.
De hoogtepunten van Death Valley hadden we voor de tweede
dag bewaard en vol goede moed gingen we zondag op pad. Eerste stop was Devil's
Golf Course. Een groot gebied op de valleibodem met haliet-afzettingen. We
stonden helemaal alleen op deze plek en konden het knisperen van de grond
horen. Echt bizar.
Hierna reden we door naar Badwater Basin. Dit is het
allerlaagste punt van Amerika en er staat zelfs nog wat water in. Op een
aangrenzende rotswand prijkt een bordje dat het zeeniveau aangeeft. Zo diep
zijn we nog nooit geweest, zelfs niet bij het duiken!
We rijden op de terugweg de Artist's Drive; een zijweg
van de doorgaande weg. Het is éénrichting en dat is maar goed ook, want de vele
bochten ontnemen elk zicht op de weg. San loopt nog tegen een heuvel op in de
hoop een mooi uitzicht te krijgen, maar helaas valt het iets tegen. Bij het
hoogtepunt van de scenic drive, de Artist's Palette, houden we wat langer pauze
en we kijken onze ogen uit naar de vele kleuren die de rotsen hier vertonen.
Als we weer bij Furnace Creek aankomen, slaan we rechtsaf
en rijden we naar Zabriskie Point en daar gaat San in de herkansing voor het
uitzicht. Ik blijf zwakjes beneden staan, ik ben stiekem wel uitgewandeld. San wordt
beloond voor zijn inspanning en kijkt uit over wat wij de fluwelen rotsen
noemen. We zagen die vanaf de andere kant al een paar keer voorbij komen en nu
keek hij er dus bovenop.
Laatste stop is Dantes View. Hier hebben we het laatste
uitzicht over de diepe vallei. We zien Badwater Basin van bovenaf en nemen dan
afscheid van Death Valley. Wij vinden het meer een rij-kijk-park dan een
doe-park, maar daar speelt de temperatuur zeker in mee.
Als we bij het hotel van de nacht aankomen, krijgen we
een grote schrik. Het dorp Death Valley Junction bestaat uit vier vervallen
gebouwen en een hotel. Nergens eten te krijgen of wat dan ook te doen.
No way
dat we hier gaan overnachten. Zeker omdat het nog heel vroeg in de middag is.
We besluiten door te rijden naar Las Vegas en te kijken of het Red Rock Resort
ons een dag eerder wil ontvangen. Dat willen ze uiteraard! Helaas kan ik geen
MyVegas reward gebruiken voor deze nacht, dus we zullen moeten dokken. De derde
dure nacht op rij dus. Maar als we op de kamer arriveren, worden we helemaal
gelukkig. De badkamer is enorm, de kamer groot en de bedden liggen vol met
kussens. Hier houden we het wel twee nachtjes vol.
Voor het avondeten kan ik wel een reward inleveren en we
genieten van een uitgebreid buffet. Daarna trekken we ons terug op de kamer en
proberen we wat uit te buiken. San heeft daar niet zoveel moeite mee, maar ik
heb natuurlijk veel te veel gevroten en moet dat bekopen met buikpijn. Ik vind
mezelf heel zielig en San kan me alleen maar uitlachen. Afzien joh!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten